Zondagochtend 30 maart. Ik zit in mijn serre. Prachtig weer, de tuindeuren staan open en ik hoor het kabbelende geluid van stromend water uit de fontein. Het voelt ontspannen, prettig aan. Dat komt mooi uit, de zomertijd is ingegaan en mijn biologische klok moet zich daar nog wat op instellen. Deze rust helpt.
Gisteren, de eerste competitieronde veld voor de jeugd. Zelf was ik al vroeg op het veld. Deze keer niet om allerlei wedstrijden te zien. Het bestuur had op deze dag een brainstormsessie voor een nieuw beleidsplan gepland. De termijn van het huidige plan is verstreken, in juni wordt een nieuw plan gelanceerd.
Het weer is al vroeg zeer aangenaam. Ik zie dat Jan de Jager, coach van PKC 1 op het veld is. We geven elkaar een hand, we hebben een kort gesprekje. Hij coacht ook Oranje Wit C1. “Het past vandaag net” zegt hij. Ik wens hem succes, vooral ‘s middag tegen Fortuna. Inmiddels weet ik dat PKC zich wederom heeft geplaatst voor Ahoy. Daar wordt toch iedere keer weer een geweldige prestatie geleverd. Ook Oranje Wit C1 wint van onze C1. De D1 kan het ook niet maken tegen Oranje Wit D1. De schakeling zaal naar veld is te kort, er is weinig ritme. De zaal, het NK zit nog in de benen. We moeten landelijk toch eens nadenken over deze schakeling. Binnen een week van zaal naar veld is kort, te kort.
De B1 had een langere voorbereiding en won simpel van Vitesse. Klapper van de dag was voor mij de wedstrijd DSC B2 – NKV B1 (16 – 14). Eindelijk een wedstrijd op het scherpst van de snede voor deze ploeg. Dat moet heerlijk aanvoelen voor spelers, toeschouwers, supporters.
Supporters waren er gisteren weer voldoende op het veld. Het was gezellig druk. In een van mijn pauzemomenten zie ik dat er ook veel publiek op het veld staat. Ik denk: “herkenbaar, we beginnen weer aan een nieuwe competitie en zijn de afspraken weer even vergeten. De tegenstander kent al helemaal de regels niet. Geeft niet. Vroeger moesten mijn ouders mij ook regelmatig herinneren aan gemaakte afspraken die na enige tijd weer verwaterden. Het veld mag alleen betreden worden door spelers, coaches en scheidsrechters. Publiek moet achter de hekken blijven. Toch maar weer alle betrokkenen hierop attenderen.
En nu we het toch over supporters hebben, maar even terug naar 22 maart. Dat dit een staartje zou krijgen was mij wel duidelijk. Het bestuur stond al in de stand van actie. Op maandag 24 maart kwam het in een stroomversnelling. Mijn mobiel ging af tijdens een bespreking op mijn werk. De directeur van het KNKV. Er is een melding binnengekomen van de tegenstander en of ik mijn versie op de melding wil geven. Ik probeer in het dagelijks leven leiding te geven aan een aantal middelbare scholen en leg uit dat ik nu midden in andere werkzaamheden zit. Ik ben even uit mijn ritme. Nu hoort dat bij mijn werk, dus recupereer snel, maar zit hier natuurlijk niet op te wachten. Ik geef aan later terug te bellen. Later die middag maken we afspraken over het vervolg. |
|
Vervolgens een fase van inlichten van bestuursleden, onderzoek doen, gesprekken met supporters, gesprekken met andere betrokkenen, vast enige berichtgeving richting het bestuur van de tegenstander, video-opnames bekijken. Ik zie ook berichtgeving op social media. Het stoort mij. Tendentieus. We leven tegenwoordig in een land waarin we vooral een mening, oordeel hebben en deze maar meteen de wereld in slingeren. Ik denk aan Francis Bacon, een zestiende-eeuwse Engelse filosoof, wetenschapper. Een invloedrijk persoon in de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek. Het zal u misschien niets zeggen, word ik te academisch. Maar een van zijn uitspraken is: “het stellen van een verstandige vraag is de helft van wijsheid.” En goh, wat zou het helpen als we ons daar eens wat meer aan hielden.
Ik nam mij in ieder geval voor zo gedegen mogelijk de zaken te onderzoeken en beantwoorden. En ja, na onderzoek: er zijn een aantal grenzen overschreden. Vooral het vuurwerk is niet acceptabel. Het is verboden en wij verbieden het ook. Denk ook na bij indrinken. Het past niet in het beeld van wat DSC moet zijn. Dat is een vereniging met passie, beleving, waar het gezellig is, waar ambitie is en waar gepresteerd wordt. Jong tot oud kunnen bij DSC genieten van korfbal, van binding. Er zijn veel jonge kinderen die komen kijken en mensen van hoge leeftijd. Daar past geen tweeëntwintig maartse knal bij.
De details bespaar ik u verder. We hebben de afspraken opnieuw geijkt, de protocollen worden aangevuld. We zijn met het eerste gepromoveerd en hoofdklasse zaal spelen wil ook zeggen dat wij aan hogere eisen moeten gaan voldoen. We mogen ons weer verder ontwikkelen en professionaliseren. Dat hoort ook bij de ambitie van DSC.
Supporter, afgeleid van “to support”, ondersteunen. Ik heb afgelopen seizoen van ze genoten. Ze zijn enorme fan van onze teams. Ze zorgen voor sfeer, ondersteunen om beter te presteren. En wat is er mooier dan te mogen spelen voor heel veel publiek. Ze zorgen voor beleving bij DSC. Het draadje kan ook dun zijn. Het kan zomaar knappen, de verkeerde kant op slaan door verkeerde dingen te roepen, ons specifiek te richten op tegenstanders. Dat past niet in de waarde van DSC, die heeft respect voor zijn eigen club en die van de tegenstander. Laat dat een motto zijn.
En passant meldt Bart Koesman, coach van de D3, trots dat ze gewonnen hebben. Ik krijg een app dat het eerste de oefenwedstrijd in Harderwijk bij Unitas gewonnen heeft.
Back to normality. We leren van het verleden en richten ons op de toekomst. Er is veel te verdienen, om te beginnen dit veldseizoen.
|